Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Comacini, magistri": blz. 127-128 (groepen steenhouwers en metselaars, voor het eerst genoemd in de 7e eeuw, die veel invloed (zouden) gehad hebben op de verspreiding van de Lombardische bouwtrant)
- Hartog, E. den-, Romanesque Architecture and Sculpture in the Meuse Valley (bewerking van proefschrift "Twelfth-century architecture and sculpture in the diocese of Liège and the former duchy of Brabant: a formal analysis and a study of the origins, function and symbolism", University of London, 1988). Deel in de serie 'Maaslandse Monografieën, groot formaat'. Leeuwarden, Mechelen (Eisma), 1992. [229 blz. ISBN 90.74252.04.4]. Hierin vooral blz. 88: The Italian sources for the pseudo-transepts, en blz. 94-136: hoofdstuk IV, Meuse-valley sculpture and the 'corrente comasca'.
- Heitz, Carol, La France Pré-Romane. Archéologie et architecture religieuse du Haut Moyen Age du IVe siècle à l'an Mille. Paris (Errance), z.j (1987). [334 blz. ISBN 2.903442.48.7]. Hierin: blz. 171-177
- Rivoira, G.T., Lombardic Architecture, its origin, development and derivatives (2 delen). London (William Heinemann), 1910. [Deel 1: 250 blz., deel 2: 368 blz. ISBN -]. (Betreft ook de romaanse bouwkunst in Europa tot en met de 12de eeuw).
- Hartog, Elizabeth den, Romanesque Sculpture in Maastricht. Maastricht (Bonnefantenmuseum Maastricht), 2002. [573 blz. ISBN 90.72251.31.8]. Hierin "The Italian connection": blz. 75-100
- Kluckhohn, E., "Die Bedeutung Italiens für die romanische Baukunst und Bauornamentik in Deutschland". In: Marburger Jahrbuch für Kunstwissenschaft, [nr 16] 1955, blz. 1-85